woensdag 6 februari 2008

Schone schijn

Ik heb geen geduld. Ik roep voor het minste. Ik haat het als ik 's nachts uit mijn bed moet omdat er een tut moet opgeraapt worden of een kind op het toilet moet gezet worden of omdat er spoken of wolven uit de kamer moeten gejaagd worden. Ik ben slechtgezind als ik de ochtend daaropvolgend om 5u30 uit mijn bed moet omdat kleinebroer nu eenmaal geen lange slaper is. Ik vloek binnenin (en helaas ook soms luidop) als iedereen gepakt en gezakt klaarstaat om te vertrekken en blijkt dat er nog een vieze luier moet verschoond worden. Of als grotebroer nog altijd zijn schoenen niet aanheeft zoals ik gevraagd had. Of als ik in de auto vaststel dat ik alles van iedereen bij heb, behalve mijn eigen lunchbox. Ik ben onredelijk tegen TB. Niet gewoon onredelijk. Neen, ik denk dat ik ondertussen het meest onredelijke kreng ter wereld ben geworden, want ik kan niks meer verdragen. Zelfs een aanraking op het verkeerde moment doet mij ontploffen. Ik ben op. Doodop. Huilen is toegeven, dus bijt ik door, elke keer weer. Maar het wordt steeds moeilijker om te doen alsof. Want geloof me maar, volgens mij kost dat eigenlijk meer energie dan wanneer je gewoon maar zou kunnen toegeven aan dat allesomvattend leeg gevoel van de uitgebluste en opgebrande vrouw.

2 opmerkingen:

CMI zei

Niet opkroppen, NIET opkroppen, je ondermijnt er jezelf mee.

Anoniem zei

Ik versta u. Meer nog, ik ben net hetzelfde. Alleen komen de tranen en de dramatische kreten als "ik kan er niet meer tegen, ik vertrek!" er hier wél uit. Ook niet altijd zo positief...